Rapport diepe bodemdaling en -stijging gepubliceerd


 



Kennisinstituten TNO en TU Delft hebben hun rapport opgeleverd over de kans op schade door diepe bodemdaling en -stijging in het Groningenveld en de gasopslag Norg. Het IMG gaat dit nader bestuderen en bespreken met lokale overheden en maatschappelijke organisaties. Streven is om april/mei een besluit te nemen over het vervolg.







 



Geen directe relatie diepe bodemdaling en schade













Op basis van de studie wordt door de deskundigen van TNO en TU Delft in hun rapport geconcludeerd dat diepe bodemdaling (en -stijging) in de gasopslag Norg en het Groningenveld niet leidt of heeft geleid tot schade aan gebouwen. Lees hier de conclusies.


 


Geen advies nodig voor beoordelen schade


Aangezien de studie uitwijst dat er geen directe relatie is met het ontstaan van schade door diepe bodemdaling, is er ook geen advies gegeven hoe dan die eventuele schade vast te stellen en te beoordelen bij individuele schademeldingen.


 


Eerst in gesprek


Het IMG gebruikt de komende weken om met maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van bewoners en met betreffende gemeenten te spreken over het net opgeleverde rapport en de conclusies. Omwille van de doorlooptijd zal het IMG een selectie van organisaties daartoe uitnodigen. Daarbij worden ook openbare, online kennissessies georganiseerd. Het IMG verzamelt op zijn website alle maatschappelijke reacties over hoe met de uitkomsten om te gaan en eventueel technisch inhoudelijk commentaar. Het IMG zal vervolgens deze reacties van een antwoord voorzien.


 


Proces



  • Publicatie rapport (heden)

  • Reacties en vragen maatschappelijke organisaties (reactietermijn tot 31 maart)

  • Publicatie maatschappelijke inbreng en reactie daarop, als ook het besluit van het IMG (streven april/mei)


 


Twee specifieke gebieden


Het IMG had het onderzoek gelast nadat de onafhankelijke deskundigen van expertisebureaus die adviseren over individuele schades in de zomer van 2020 zelf hadden geconcludeerd dat er geen schade kan zijn ontstaan door diepe bodemdaling en -stijging. Er werden tientallen schademeldingen afgewezen. Dit raakt direct twee gebieden in Noordwest Drenthe en Zuidoost Groningen. De gebouwen zijn er niet geraakt door de bevingen in het Groningenveld, maar staan wel in het effectgebied van diepe bodemdaling – en stijging.


 


De afwijzingen zorgden voor verwarring en onrust. Een panel van juridisch en technisch deskundigen had in januari 2019 juist aangegeven dat ook daar niet kan worden uitgesloten dat er door deze vorm van bodembeweging schade kan ontstaan. Ook in die twee gebieden is daarom het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing. Zodoende werd er tussen januari 2019 en de zomer van 2020 bij circa 700 adressen al wel schadevergoeding toegekend, met een gemiddelde vergoeding van circa 10.500 euro.













 


Effectgebieden trillingen en diepe bodemdaling






Gebieden 1 en 2 liggen buiten het effectgebied van de zwaarste beving (Huizinge, 16 augustus 2012) en binnen het gebied waar sprake kan zijn van diepe bodemdaling en stijging. Er zijn circa 2.000 schademeldingen gedaan, waarvan er circa 750 zijn afgehandeld.















 


Schadeafhandeling stilgelegd


Hangende het gevraagde advies van TNO en TU Delft, legde het IMG begin september 2020 de schadeafhandeling stil voor circa 1.250 openstaande schademeldingen in die twee specifieke gebieden. Sindsdien zijn er ook nieuwe schademeldingen bijgekomen. In totaal staan er daardoor nu nog ruim 1.400 schademeldingen open. In het gebied staan in totaal ruim 23.000 woningen.


 


Onzekerheid


Het IMG is zich ervan bewust dat het stilleggen van de openstaande schademeldingen en de uitkomsten van het nu gepubliceerde rapport onzekerheid meebrengen. Het Instituut kan echter niet zonder meer voorbijgaan aan de aanvankelijke twijfel onder de onafhankelijke deskundigen en de inzichten in het nieuwe, nu opgeleverde rapport van TNO en TU Delft.


 


Webinars


Samen met het IMG geven deskundigen van TNO en TU Delft deze maand drie webinars (online presentaties) om hun onderzoeksresultaten toe te lichten. Aan elke webinar kunnen maximaal 250 mensen deelnemen. De vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties krijgen hoe dan ook een plek. Wilt u als individuele inwoner deelnemen aan een van deze webinars? Lees hier meer. Een van de webinars wordt als geheel opgenomen en nadien beschikbaar gesteld voor wie niet in de gelegenheid was om het bij te wonen.