Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt het mogelijk om huren tijdelijk te verlagen. Daarnaast neemt de minister maatregelen om starters, lage- en middeninkomens meer kans te geven op een woning binnen hun financiële mogelijkheden. De minister heeft de wetsvoorstellen tijdelijke huurkorting en huur en inkomensgrenzen naar de Tweede Kamer gestuurd.



 


De tijdelijke huurkorting maakt het voor de verhuurder mogelijk om de huur tijdelijk te verlagen (maximaal drie jaar). De verhuurder kan zo makkelijker een huurder helpen die bijvoorbeeld door de coronacrisis tijdelijk minder inkomsten heeft. Hierdoor krijgt de huurder financiële ruimte totdat zijn of haar inkomsten weer op peil zijn. Indien er blijvend een lager inkomen is, door bijvoorbeeld een scheiding, krijgt de huurder zo de tijd om naar een woning te zoeken die bij het nieuwe lagere inkomen past.


 


Maatwerk


De mogelijkheden om lokaal maatwerk toe te passen worden voor woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten verruimd. Deze lokale partijen kunnen afspreken de zogenoemde vrije toewijzingsruimte te verruimen naar maximaal 15% als hier lokaal behoefte aan is. Binnen deze vrije toewijzingsruimte kunnen woningcorporaties dan woningen toewijzen aan huishoudens die niet direct in aanmerking komen voor een sociale huurwoning bij een corporatie. Ze kunnen dit maatwerk toepassen om bijvoorbeeld starters of grote gezinnen te huisvesten. Bijvoorbeeld door ervoor te kiezen om met voorrang startende leraren of verpleegkundigen een sociale huurwoning toe te wijzen. Het huisvesten van andere doelgroepen kan ook bijdragen aan de leefbaarheid in wijken of complexen.


 


Huur en inkomensgrenzen


De inkomensgrens van een meerpersoonshuishouden om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning wordt verhoogd naar 43.126 euro, de grens voor een eenpersoonshuishouden gaat omlaag naar 35.938 euro (in de huidige situatie is er een inkomensgrens van 39.055 euro). Gezinnen met een laag middeninkomen komen zo sneller in aanmerking voor een betaalbare woning. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat meerpersoonshuishoudens minder bestedingsruimte hebben voor woonuitgaven dan eenpersoonshuishoudens. Dit komt door de hogere uitgaven aan boodschappen, verzekeringen, vervoer en de energierekening. Deze groep heeft daardoor meer moeite om een hogere huur te betalen. 


 


Passende huur


Woningcorporaties en andere verhuurders kunnen in de toekomst de huur van mensen met een hoog (midden)inkomen met maximaal 50 euro (inkomen eenpersoonshuishouden boven 45.938 euro, meerpersoonshuishouden boven 53.126 euro) of 100 euro (inkomen eenpersoonshuishouden boven 55.500 euro, meerpersoonshuishouden boven 74.000 euro) verhogen. Maar de huur mag daardoor niet hoger worden dan de maximale huur van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel. Door een hogere huur draagt deze groep huurders bij aan het betaalbaar houden van de huren voor mensen met een laag inkomen of aan investeringen voor verbetering en verduurzaming van huurwoningen.