Tegenvaller gemeente Noordenveld; Woningbouw Peize-Zuid loopt opnieuw vertraging op
16.Apr.2025

Bestemmingsplan Peize-Zuid voorlopig van tafel: gemeente Noordenveld moet tekortkomingen herstellen
Peize – De gemeente Noordenveld moet van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tekortkomingen in het bestemmingsplan ‘Peize-Zuid’ herstellen. Het plan, dat ruimte moet bieden aan 150 woningen aan de zuidkant van Peize, is daarmee nog niet definitief. De gemeente krijgt hiervoor vijftig weken de tijd, zo staat in een tussenuitspraak van woensdag 16 april 2025.
De vier omwonenden hadden bezwaar gemaakt, onder meer vanwege zorgen over wateroverlast. Hun percelen staan nu al regelmatig onder water, en zij vinden dat de gemeente de effecten van klimaatverandering onvoldoende heeft meegewogen.
De Raad van State geeft de omwonenden deels gelijk. Volgens de bestuursrechter had de gemeente beter moeten onderzoeken wat de gevolgen zijn voor het oppervlaktewaterpeil, niet alleen op de locatie van het plan, maar ook in de omliggende woongebieden. Ook is de keuze voor een mild klimaatscenario (1ºC opwarming) onvoldoende onderbouwd, terwijl het waterschap juist inzet op het robuustere scenario met 2ºC opwarming.
Omdat de Raad van State een ‘bestuurlijke lus’ toepast, krijgt de gemeente de kans om het plan alsnog te verbeteren. De relatief lange hersteltermijn heeft te maken met de bijzondere opdracht, waarbij ook metingen in de winterperiode nodig zijn.
Peize – De gemeente Noordenveld moet van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tekortkomingen in het bestemmingsplan ‘Peize-Zuid’ herstellen. Het plan, dat ruimte moet bieden aan 150 woningen aan de zuidkant van Peize, is daarmee nog niet definitief. De gemeente krijgt hiervoor vijftig weken de tijd, zo staat in een tussenuitspraak van woensdag 16 april 2025.
De vier omwonenden hadden bezwaar gemaakt, onder meer vanwege zorgen over wateroverlast. Hun percelen staan nu al regelmatig onder water, en zij vinden dat de gemeente de effecten van klimaatverandering onvoldoende heeft meegewogen.
De Raad van State geeft de omwonenden deels gelijk. Volgens de bestuursrechter had de gemeente beter moeten onderzoeken wat de gevolgen zijn voor het oppervlaktewaterpeil, niet alleen op de locatie van het plan, maar ook in de omliggende woongebieden. Ook is de keuze voor een mild klimaatscenario (1ºC opwarming) onvoldoende onderbouwd, terwijl het waterschap juist inzet op het robuustere scenario met 2ºC opwarming.
Omdat de Raad van State een ‘bestuurlijke lus’ toepast, krijgt de gemeente de kans om het plan alsnog te verbeteren. De relatief lange hersteltermijn heeft te maken met de bijzondere opdracht, waarbij ook metingen in de winterperiode nodig zijn.