Vastgezet Bericht.
Column: vogels in Noordenveld, de Appelvink
2.Oct.2020
De Appelvink is forse en stoer uitziende vinksoort. Met zijn grote brede snavel kan hij flink wat kracht uitoefenen op zaden en pitten. Er is wel eens onderzoek gedaan naar de drukkracht van de snavel en daar is uit gekomen dat de drukkracht van de snavel 50 kilogram is. Hier door kan hij met gemak een kersenpit door bijten, maar ook een vinger is geen probleem als hij zijn snavel er omheen kan krijgen. Appelvinken zijn erg schuw en leven vaak en de toppen van de bomen. Zij komen voornamelijk voor in Europa met wat kleine uitzonderingen in het Noorden van Afrika.

Appelvinken broeden van Mei tot Augustus en leggen 4 tot 5 eieren die in 12 dagen uitgebroed worden. Hun nest bouwen ze vaak in een klimop die tegen een boom aan groeit. De jongen kunnen na ongeveer 12 dagen uitvliegen maar blijven zoals bij veel vogels nog ongeveer twee weken in de buurt van het nest. Jonge vogels zijn doffer van kleur en aan de onderkant gevlekt.

Zoals de snavel al laat zien zijn Appelvinken echte zaadeters, het liefst eten ze de zaden als ze nog aan de boom hangen. Ze eten ook pitten van steenvruchten zoals kersen. Maar ze laten zich vooral in het najaar en winter ook wel zien op voertafels om zonnepitten te eten. Appelvinken zijn geen echte trekvogels maar als wij in Nederland een hele strenge winter hebben zakken ze wel iets zuidelijker af. Wel vormen ze in de winter kleine groepjes.

Foto´s en tekst Theo Kompier
TdK Natuurfotografie
www.tdk-fotosite.nl